Leerlingen doen sporenonderzoek

Leerlingen van het Maaswaal College in Wijchen doen sporenonderzoek met hulp van de Forensische Opsporing van Politie Oost-Nederland. Deze pilot is onderdeel van het praktijkprogramma voor middelbare scholen van Sterk Techniekonderwijs regio Rijk van Nijmegen.

Politie op school, dat vinden de leerlingen reuze spannend. De politiemannen geven een praktijkles Forensische Opsporing. Dit is een onderdeel van de gelijknamige module, die leerlingen kennis laat maken met de alledaagse werkzaamheden van forensisch onderzoekers.

‘Daar hebben ze door series als CSI wel een beeld van, maar dat is weinig realistisch. Het maakt het vak wel populair bij leerlingen’, verklaart Jetty Keesman, Technisch Onderwijs Assistent op het Kandinsky College.

‘Binnenkort gaan we als vervolg naar het lab van Rijn IJssel aan de Laan van Scheut in Nijmegen. Hier maken leerlingen kennis met het afnemen van monsters, werken met de microscoop en het analyseren en rapporteren van de uitkomsten van het onderzoek.’ 

De vierdejaars vmbo-t en vmbo-k-leerlingen van het Maaswaal College in Wijchen hebben de primeur. Zij zijn de eersten die heus forensisch praktijkonderzoek mogen doen.

In maart volgen leerlingen van de Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen (SSGN) het programma. Daarna wordt bekeken of de opzet zo blijft en ook andere scholen in de regio deze praktijkmodule Forensisch Onderzoek gaan volgen.  

De leerlingen storten zich met veel energie op de proeven. ‘Onze verwachting is dat ook leerlingen op andere scholen enthousiast reageren’, zegt Keesman. Ze ontwierp de praktijkmodule samen met Renate Kaspers, docent op het Maaswaal College.  

Daan en Mark zijn de twee forensisch onderzoekers die de leerlingen wegwijs maken in het doen van onderzoek. Voorafgaand aan de praktijkles vertellen zij de leerlingen wat een forensisch onderzoeker allemaal doet en wie er verder allemaal bij onderzoek betrokken is.

Naast de onderzoekers op de plaats van het delict zijn dat onder andere data-analisten en laboratoriumexperts.   

In de praktijk mogen de leerlingen drie opsporingsmethoden zelf uitvoeren. Het afnemen en analyseren van vingerafdrukken bij een inbraak met een gewond slachtoffer, DNA-onderzoek naar aanleiding van een verkrachting en het analyseren van verkeersongevallen. In alle gevallen is de hamvraag: wat is hier precies gebeurd?  

Eerste stap in elk onderzoek: stel de sporen veilig. Een secuur karweitje zo ervaren de leerlingen bij het afnemen en opslaan van vingerafdrukken en het DNA-onderzoek. Ook bij het verzamelen en analyseren van informatie bij verkeersongevallen komt heel wat kijken.

‘Je moet niets zomaar aannemen. Altijd op details letten en uitgaan van feiten en bewijzen’, beklemtoont forensisch onderzoeker Daan. 

Maud Kokke, 4 vmbo-t, vindt het allemaal reuze interessant. ‘Ik wil later bij de recherche gaan werken’, zegt ze vol overtuiging. ‘Moorden oplossen. Dat gaat niet zomaar even. Er komt heel wat bij kijken. Je moet veel kennis hebben en veel verschillende stappen zetten om iets zeker te kunnen weten. Dat laten de onderzoeken goed zien.’  

Medeleerlinge Lise van Elst valt haar bij: ‘Op tv zie je van alles, maar niet hoe forensisch onderzoek echt gaat. Daarom vind ik het mooi dat we hier onderzoek mogen doen, dan krijg je toch een beter beeld van de praktijk en ontdek je of je het zo leuk vindt dat je er later je werk van wilt maken.’ 

‘Dat is precies de bedoeling’, zegt Daan: ‘We willen jongeren enthousiast maken voor ons veelzijdige vak. En het helpt ook om de politie, waar wij deel van zijn, op een positieve manier neer te zetten, namelijk als professionals die mensen helpen.’ 

Het werkgebied van Daan, Mark en hun collega’s is heel Gelderland en Overijssel. ‘In totaal zijn we met zo’n tweehonderd mensen. Daan en Mark werken, samen met nog zo’n honderd andere forensisch onderzoekers, op straat.

Mark: ‘Wij zijn als eerste op de plek waar iets is gebeurd om ervoor te zorgen dat er geen sporen zijn verdwenen. Elk onderzoek begint bij speuren naar sporen, zoals de leerlingen hebben ervaren.’